De meeste mensen zullen bij dit onderwerp als eerste denken aan 'te veel' , en aan het gevaar van te veel eiwitten. Vroeger kregen eiwitten de schuld van veel dingen, zoals hoefbevangenheid. Inmiddels weten we wel dat eiwitten er niks mee te maken hebben, maar nog steeds merk ik dat er een soort angst heerst voor eiwitten.
Ik denk bij het onderwerp eiwitten als eerste aan 'te weinig'. En dan wel te weinig hoogwaardige eiwitten. Er is de laatste tijd een trend van steeds grover, stengeliger hooi. Stengelig moet hooi inderdaad altijd zijn, maar grof hooi is zeker niet voor elk paard beter. Grof hooi heeft over het algemeen een hele lage energiewaarde, en ook hele lage gehaltes aan eiwitten en mineralen en sporenelementen. Qua energiewaarde ideaal voor sobere dieren, maar je moet dan dus heel goed opletten dat je paard wel genoeg eiwitten krijgt. Veel analyses van grof hooi laten een (veel) te laag eiwitgehalte zien. Eiwitten zijn de bouwstenen van het lichaam en hebben een zeer belangrijke functie. Ze zijn belangrijk in het herstel, en ook in de groei en ontwikkeling van spieren. Ook zijn eiwitten belangrijk voor het optimaal functioneren van b.v. het immuunsysteem. Een tekort aan eiwitten is dus een serieus probleem. Zoals mijn dierenarts het mooi verwoordde: 'Er lopen meer paarden rond met problemen door een tekort aan eiwitten dan door een teveel aan eiwitten.' Hoe zit dat met eiwitten? Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. Stel de aminozuren zijn een soort legoblokjes, en elk aminozuur heeft een andere kleur. Als je van elke kleur een blokje hebt, kun je iets bouwen. Stel, je hebt wel heel veel groene blokjes maar de rode zijn op dan kun je niks meer bouwen en kun je dus te maken hebben met een tekort, zelfs als je van andere kleuren nog heel veel hebt. Die andere kleuren zijn dan allemaal onbruikbaar, en moeten door het lichaam worden afgevoerd. Het is dus zaak om sowieso de kleur die meestal als eerste op is, aan te vullen. Dit is lysine. En in sommige gevallen moeten alle kleuren aangevuld worden. Krijgt jouw paard genoeg eiwitten? Krijgt jouw paard grof hooi te eten, en heeft hij een schrale bovenlijn? Dan is de kans groot dat hij een eiwit-tekort heeft. Een paard wat arbeid verricht, of ziek is, heeft een hogere eiwitbehoefte. Ook een jonger paard heeft een verhoogde eiwitbehoefte, en een ouder paard ook omdat bij een ouder paard de eiwitvertering vaak minder efficiënt verloopt. Hooianalyse geeft zekerheid. Het verteringsstelsel van een paard is ingesteld op het verteren van ruwvoer. Grote hoeveelheden voer, wat veel vezels bevat en relatief weinig energiewaarde heeft. Wanneer je een paard vrije keuze laat zullen de meeste paarden per dag zo'n 2% van hun lichaamsgewicht aan droge stof (DS) eten. Hooi bevat ongeveer 85% droge stof, dus een paard van 600 kg zal van dit hooi zo'n 14 kg per dag eten. Krachtvoer is alleen nodig wanneer een paard met ruwvoer alleen niet aan zijn energiebehoefte kan voldoen, of een paard wat flinke arbeid verricht. Gemiddelde paarden die lichte of gemiddelde arbeid verrichten, kunnen over het algemeen wel genoeg energie uit het ruwvoer halen. Het overschakelen op een energierijker soort ruwvoer heeft altijd de voorkeur boven krachtvoer omdat krachtvoer voor ontregeling van het verteringsstelsel zorgt, met name in grotere hoeveelheden, of in vormen waarbij de zetmeel moeilijk te verteren is (zoals b.v. mais). Om het spijsverteringsstelsel van een paard niet te ontregelen, is het advies om maximaal 1 gram zetmeel per kg lichaamsgewicht te geven in 1 portie. Van de meeste granen ligt de veilige marge dus op of onder 1 kg! Bij grotere hoeveelheden kan de dunne darm (waar normaal het zetmeel verteerd wordt) dit niet in een keer allemaal verteren, waardoor er een overschot in de blinde darm en dikke darm gedumpt wordt. Daar zorgt het voor een ongewenste vorming van melkzuur, en veroorzaakt een daling van de PH waarde, en een sterfte van de bacteriën die vezels fermenteren. Dit kan leiden tot b.v. koliek, maar ook hoefbevangenheid, of gewichtsverlies doordat de dikke darm en de blinde darm minder goed in staat zijn om ruwvoer/vezels te verteren. Uiteindelijk kan het voeren van te veel krachtvoer bij b.v. een mager paard er zelfs toe leiden dat het paard alleen maar magerder wordt, omdat het lichaam steeds minder in staat is om energie uit ruwvoer te halen. De basis van ieder rantsoen zou dus moeten bestaan uit ruwvoer. Wanneer een paard wat geen/normale arbeid verricht te dun blijft/is, laat het paard zo veel ruwvoer eten als het wil, en schakel zonodig (gedeeltelijk) over op een wat rijker ruwvoer, zoals b.v. (meer) gras, voordrooghooi, of luzerne. Wanneer het paard zelfs met onbeperkte hoeveelheid goede kwaliteit energierijk ruwvoer niet op gewicht blijft, pas dan zou je moeten denken aan het voeren van een high-energy voer, in de vorm van vet/olie en/of zetmeel/granen. Belangrijk is het dan om deze soorten voer in hele kleine porties te voeren, en dus zonodig vaak per dag. ik merk dat er bij mensen een soort angst voor zout heerst. Misschien terecht voor je eigen voeding, omdat wij een overmaat aan zout consumeren. Maar zout bestaat uit natrium en chloride, en dat zijn belangrijke mineralen. Een tekort aan deze mineralen is vele malen erger dan een klein overschot. Paarden krijgen uit ruwvoer over het algemeen niet genoeg zout binnen, is uit onderzoek gebleken. In veel krachtvoeders wordt het toegevoegd. Krijgt jouw paard geen krachtvoer en weet je niet of je ruwvoer genoeg zout bevat? Dan kan het verstandig zijn om wat zout aan zijn voer toe te voegen, ongeveer 25 gram per dag voor een groot paard. Bij veel zweten stijgt de zoutbehoefte nog verder.
|
Details
Archives
April 2020
Categories |